Wanneer we kijken naar een bos zien we geen losse bomen, maar een samenhangend geheel: een ecosysteem. Als trainer in het bos vergeet ik soms de lessen die we kunnen leren van het bos

1. Het gaat niet om de losse spieren, maar de onderlinge relaties Wil je iets leren over het bos? Kijk dan niet naar een losse boom. De samenhang is wat het een bos maakt. Een voetballer die tegen een bal trapt, een bokser die een hoek uitdeelt een darter die een pijl gooit. Allemaal voorbeelden van spieren die samenwerken. Geen enkele spier wordt geïsoleerd gebruikt. We kijken naar patronen en netwerken. De manier waarop jij je thuis, op je werk of tijdens het sporten beweegt is niet anders. Daar zien we ook beweegpatronen. Iedereen ontwikkelt zijn eigen persoonlijke beweeg/leefpatronen. Deze patronen kunnen ook zorgen voor blessures of klachten. Les: Zoek je naar meer kracht, minder klachten of een betere gezondheid? Kijk dan minder naar losse onderdelen en zoom uit. Beter slapen doe je ook niet door in te zoomen op je slaap, maar door te kijken naar hoe de rest van de dag (en je leven) eruitziet.

2. Beweging ontstaat in interactie met de omgeving Hoewel het bos een eigen microklimaat creëert is het ook afhankelijk van het grotere klimaat. Het gaat een interactie aan met zijn omgeving. Op deze manier leert het en past het zich aan. Een auto daarentegen leert niet en breekt langzaam af.

Les: Ons gedrag (en dus ook ons bewegen) staat niet los van de context. Sterker nog ons lichaam is gemaakt om zich te kunnen bewegen en overleven in de natuur. Een simpel voorbeeld is hardlopen op een bospaadje of op het asfalt. Maar stel je eens voor dat je voetbalt met een driehoekige bal.

Verander jouw omgeving, en je lichaam leert zich aanpassen. Zo voorkom je dat je de auto wordt die langzaam afbreekt.

3. Het mag rommelig zijn Het bos lijkt te doen wat werkt. Het hoeft er niet mooi, netjes, strak uit te zien. Als ik in het bos sta en om me heen kijk, zie ik een georganiseerde chaos.

Les: De drang naar de perfecte beweging ontneemt ons het plezier. Veel fitnesstraining gaat uit van de perfecte uitvoering. Echter, in het speelse, chaotische, gevarieerde en rommelige zit leven.

Hoe breng je de levendigheid weer in je training? Zoek verschil Een specials forces operator vertelde mij dat hij als duiker het doel nooit vond door er direct op te navigeren, maar juist iets ernaast. Door uit de richting te bewegen werd het vinden van het doel makkelijker. Is het niet zo dat je weet wat geluk is omdat je ook eens pech hebt gehad? Train je graag zwaar? Maak het eens wat lichter, maar verhoog je snelheid. Of til eens vanaf een hoger platform of een ander object. Loop je veel verhard, ga eens hardlopen in het bos. Je lichaam leert door contrast.

Minder herhalen Laat sets en reps eens los. Wil je een mooie deadlift of wil je beter leren tillen? Het drillen en herhalen van de perfecte beweging ontneemt je de kans om nieuwe wegen te vinden. Door te variëren in wat je doet verminder je ook de kans op overbelasting. Zoek oplossingen

Kijk eens naar zwaargewicht bokser Oleksander Usyk. Hij verslaat al zijn tegenstanders omdat hij zich uitmuntend kan aanpassen. Hij heeft simpelweg meer opties om het boksprobleem: ‘de ander raken en laten missen’ op te lossen. Maak van je training eens een spel. Spel vraagt om een open houding. Fouten maken moet. Zo word je niet een betere ‘squatter’ maar een betere beweger.

Vergeet die squat, kijk eens of je op je kont kunt gaan zitten en weer opstaan met een gewicht in je handen/nek/boven je hoofd. Dan heb je naast je kracht, je mobiliteit getraind en stiekem ook nog eens je creativiteit.

Bron: Capra, F., & Luisi, P. L. (2014). The Systems View of Life: A Unifying Vision. Cambridge University Press.