‘Een proces zonder chaos is als een huifkar met vierkante wielen’ (Geldof, 2019)
Wat gebeurd er als we alle chaos in ons leven weghalen? Je krijgt voorspelbaarheid, maar tegelijkertijd elimineer je ook allerlei mogelijkheden.
Wat betekent dit voor onze vitaliteit?
Efficiënt en optimaal klinken ons vaak beter in de oren dan chaotisch of voldoende. Dit geldt ook voor onze gezondheid en lichaamsbeeld. Optimaal afgetraind en hoe vaker sporten hoe beter. Of met voeding, alles correct en geen uitschieters of dan maar die hele zak chips leeg.
In een aflevering van Kamp van Koningsbrugge, een aantal seizoenen terug, zei Ray Klaassens iets tegen een groep afgetrainde deelnemers. ‘Leuk hoor, zo’n laag vetpercentrage, maar niet echt functioneel’. Die mannen hadden een oefening gedaan en waren allemaal aan het rillen van de kou. In een constant veranderende omgeving als een special forces opleiding wil je misschien niet getraind zijn voor optimalisatie, maar juist adaptatie. Een geoptimaliseerd lijf (bodybuilder) kent weinig bewegingsruimte en vraagt om een voorspelbare omgeving met onder andere voldoende voeding, training en slaap. Tijdens Kamp van Koningsbrugge is dat nou net niet wat je krijgt.
Is het niet zo dat de mooie dingen in ons leven vaak toeval zijn geweest? We hebben ze niet gemaakt, maar ze vielen ons toe. Wij waren op dat moment flexibel genoeg om de kans aan te pakken en de omstandigheden waren niet optimaal.
Wat betekenen optimalisatie en adaptatie voor mij?
Momenteel merk ik dat ik als vader van drie jonge kinderen moet adapteren. Het gezinsleven vraagt veel van mijn vermogen om te schakelen. Streef ik naar optimale nachtrust, optimale opvoedvaardigheden, een optimale vader zijn en een optimale fitheid dan kom ik in de onmacht met verminderde vitaliteit als gevolg. Wanneer ik de neiging om alles te structureren en vast te zetten wat loslaat, ontstaat er speelruimte. Er kan dan letterlijk en figuurlijk gespeeld, gedanst en geëxperimenteerd worden in het gezin. Ik ben als vader niet de expert, maar ik ploeter mee in het vinden van de juiste richting binnen onze opvoeding. Het gaat daarbij om het vinden van een manier die in het hier en nu werkt voor ons als gezin. Morgen is vaak ineens weer anders.
Uitgaan van overcapaciteit
Fysieke training kan al snel gaan over efficiëntie, hoe schalen we zo af dat we alleen maar trainen wat nodig is voor de taak? We willen het liefst letter en figuurlijk zo ‘lean’ mogelijk worden. Wat als we eens uitgaan van redundantie (overcapaciteit) ook voor vitaliteit en gezondheid? Kan het dan zo zijn dat we training kunnen zien als experimenteren? Juist fouten maken en de ruis opzoeken. Maar ook milder kijken naar je eigen lijf (starten met het lijf dat je hebt, niet dat je wilt), mogen ploeteren en proberen. Het zijn dan juist de veelheid en het verschil die ons beter maken.
Een geweldig voorbeeld van redundantie en adaptatie vind ik de bokser Oleksander Usyk. Hij heeft letterlijk uitgesproken dat hij niet probeert te winnen op een vooraf bepaalde manier. Maar zich aanpast aan wat zich voordoet in de wedstrijd. Hij kan 12 ronden boksen, maar is het eerder te beslissen of is er een KO mogelijk dan doet hij dat.
Daarbij heeft hij geweldig voetenwerk (een overcapaciteit) en kan hij stoten plaatsen vanuit alle hoeken. Het mooie is dat je ook in zijn training de veelheid en variatie terug kunt zien. Hij laat misschien wel de meest ultieme vorm van speelruimte zien, hij danst de oefeningen in zijn training letterlijk aan elkaar.
Een aantal vragen voor denken en doen:
– Welke vastgeroeste principes of overtuigingen volg jij rondom jouw training? Die misschien wel blessures opleveren?
– Herken je de modus waarin je (letterlijk/figuurlijk) verstart en speelsheid verliest?
– Hoe creatief ben je in het creëren van uitdaging/verstoring in je training?
– Heb je de juiste mate gevonden waarin deze verstoringen toegediend moeten worden?
– Durf jij te experimenteren in je training? Train je weleens op intuïtie?
– Gebruik jij in je training alle assen en vlakken? Een hardloper beweegt eenzijdig rechtdoor bijvoorbeeld, grote kans dat hij buikspieroefeningen doet, als hij ze al doet, in hetzelfde vlak. Wat zouden roterende (boks) bewegingen de hardloper op kunnen leveren?
– Stel jij jouw doel(en) zo dat je ruimte houdt voor flexibiliteit en nieuwe mogelijkheden?
– Kun jij jezelf terugfluiten wanneer je merkt dat je verstart in je trainingsaanpak?
Ik ga ervan uit dat deze blog niet optimaal was. Maar ik hoop je aan het denken te hebben gezet.
Samen eens sparren over jouw trainings-/ vitaliteitvragen? Voel je vrij me te contacten!
Bronnen:
1. Geldof, D. (2019). Complexiteit en de waarde van praktijkkennis. Leeuwarden, Nederland: Uitgeverij Elikser
2. Bosch, F. (2012). Krachttraining en coordinatie Een integratieve benadering. Rotterdam, Nederland: 2010 Uitgevers
3. https://www.organisatievragen.nl/wp-content/uploads/2019/05/hoofstuk35meerdandesom.pdf